Verslag ADC pilotreis

Verslag geschreven door : http://robertsmotorwereldmovica.blogspot.nl/ 

Dag 1 en 2:  Start Malaga Spanje. Liefde voor Andalusië.

Andalusië.  Al een paar keer geweest, 1 keer met de motor. Totaal verliefd op dit gedeelte van Spanje. Het klimaat, de wegen, de mensen alles goed. En dan nu samen met Gerjan Leppink de pilotreis voor de gecombineerde Spanje-Marokko reis. Ik ken Gerjan nu al een tijdje en deze man ademt de liefde voor motorrijden, lekker eten en cultuur. Gek toch hoe je elkaar kunt treffen en mooie dingen kunt doen. Na een mooie vlucht naar Malaga laden we onze motoren uit en rijden de eerste dag al een kort stukje. 
Gerjan weet een prachtig restaurant aan een strand en nadat we onze motoren bijna op het strand hebben geparkeerd schuiven we aan voor een heerlijke lunch aan het strand. De mini octopus is goddelijk en de verse vis die erop volgt verdwijnt in onze hongerige magen. De toon is gezet. Na een korte skinny dip stappen we weer op..wat een vrijheid!

De dag erna gaan we de Sierra Nevada in. Dit gedeelte van Spanje is een waar bochtenparadijs en we sturen dat het ons een lieve lust is. Oneindige bochten partijen langs schilderachtig witte dorpjes en olijfboomgaarden. Onderweg komen we talloze resten van de Romeinse beschaving tegen. We klimmen steeds verder omhoog naar de Puerto de Ragua waar wilde paarden de weg oversteken. We gaan onverhard en gaan via een weg met gravel en stenen door een schilderachtig bos.We steken talloze riviertjes over, overspannen door Romeins aandoende bruggetjes. Aan het einde van deze weg zien we een oude verlaten mijn in het dal. Als we het stof van ons afkloppen en onze magen en tanks weer volgooien rijden we door naar de kloof van de Rio Aguas. De lage zon prikt in onze ogen en verlicht de rotsen links en rechts van ons met het prachtige schijnsel van de koperen ploert. Er komt geen einde aan deze fantastische bochten-weg. We kunnen het niet laten en nemen ook nog de weg naar de hoogste plekken van de Siërra Nevada vlak bij Grenada. Een schoon spel van bochten laat ons hoger en hoger klimmen naar de plek waar in de winter wordt geskied. Onze motoren gaan van bocht naar bocht waarna we ons bij het hotel laten verwennen met koud bier en heerlijke tapas. Dit smaakt absoluut naar meer!

Dag 3 en 4:  Goddelijke valleien en cultuur.

In de ochtend bezoek ik het Alhambra van Grenada. Een prachtige vesting op de heuveltoppen van Grenada. Prachtige gebouwen, paleizen, huizen en torens staan in een ommuurde vestig waar de geur van de bloemenzee je verrast en blij maakt. Overal is personeel bezig met het verzorgen van de 1000-en-den bloemen, planten en bomen met alle kleuren van de regenboog. Door een haag van Chinese bezoekers bezoeken we het Palacios Nazeries. Een schoonheid van een gebouw gevuld met Moorse patronen en tegels. Ik verbaas me over alle pracht en praal, het is te mooi voor woorden. Overal in de tuinen rondom alle gebouwen is water wat via allerlei kanalen en fonteinen over het hele terrein gepompt wordt. Adembenemend.
Daarna stappen we weer op de motor. We verlaten Grenada in westelijke richting in de driehoek tussen Cordoba en Antequera. We beginnen ‘droog en dor’ en rijden uren tussen oude olijfboomgaarden over versleten en gedeukt asfalt. De motoren glijden af en toe, maar door je een beetje aan te passen blijf je overeind. Het heerlijke zonnetje van een graad of 27 graden laat ons zweten in onze motorpakken. Heerlijk na zo lange koude winter. We genieten. We rijden een fantastische route door de pijnboombossen van de Sierra de Ojete en worden getrakteerd op een bochtenspel waar het motorhart harder van gaat kloppen. We slingeren van links naar rechts en een smile is niet meer te onderdrukken. Na een lekker koud drankje vervolgen we onze weg door de Sierra Gorda,.Allemachtig, wat is dit een adembenemende vallei. We stijgen en stijgen en de temperatuur daalt. Het dorre gras wordt vervangen door helgroen gras wat door de ontluikende lente tevoorschijn komt. Gele bloemen en bomen vol met bloesem laten fantastische geuren onze helmen instromen. Dat maakt motorrijden zo uniek! Je ruikt en voelt de omgeving intens.
Tja, ook hier heeft de Heer ons bedeeld met ongehoord mooie stuurwegen. Ik verdenk Hem van een soort hemels testcircuit voor motorrijders. We gaan volledig los op een partij bochten die zijn weerga niet kent. Waar het gisteren kruip-door-sluip-door was over pietepeuterig smalle wegen, zijn de bochten nu langgerekt en diep. We hebben veel grip en sturen onze motoren door deze fantastische omgeving. De imposante rotspartijen aan weerszijden geven de grootsheid van het landschap weer. We rijden Antequera in met een smile die niet meer in de helmen past. Het koude biertje sist op onze tongen. Heerlijk!

We starten de volgende ochtend in Antequera en rijden al snel de Sierra de Chimenea in. Een geweldige groene vallei volgt. Een bochten paradijs wat zijn weerga niet kent. We rijden door een nauwe vallei (het lijkt wel of elke rivier hier in een onwaarschijnlijke vallei ligt) met links en rechts hoge kliffen via een stuwmeer naar Ardales. Onze fotocamera’s maken overuren in dit gebergte. Gele bloemen afgewisseld met fantastisch kliffen en rotspartijen maken het ons moeilijk op de weg te letten. Na een lekkere lunch in Ronda steken gaan we omhoog naar de Sierra Margarita. Nou, zoals het drankje klinkt zo ziet onze route eruit. Allemachtig. Genieten 300%. De route is waanzinnig, sommige haarspelden in de eerste versnelling met koppeling, zo steil. Heerlijk. Het uitzicht beneemt onze adem. Weer verder langs eeuwenoude kurkeiken bossen naar het zuiden. Als toetje krijgen we in de richting van Algeciras nog de A405 voor onze rekening. Tja, eigenlijk kan ik er maar 1 naam aan geven: kant en klare racebaan. Prachtig vloeiende bochten. Ik fluit het hele stuk in mijn helm.

Dag 5 en 6 Marokko: Blauwe mystiek.

We rijden naar de boot en na de overtocht van 1.5 uur hebben we inmiddels alweer stevig honger gekregen en na een kwartiertje rijden vinden we een prachtig restaurant met uitzicht op de Straat van Gibraltar. De garnalen komen volgens mij net uit zee. Ik heb ze zelden zo goed gegeten. De bijbehorende vissoep is zo vers en lekker dat we in stilte dit lekkers weg-smikkelen. Ik hoor vaak dat je in Marokko niet zo lekker kunt eten, maar ik deel die mening zeker niet. Het waait stevig in het noorden van Marokko en we vervolgen al slingerend onze weg. We worden stevig van links naar rechts gewaaid en dat is soms best tricky als je de gaten in de weg wilt ontwijken.
Groen, groener, groenst is het motto in het Rif gebergte. Prachtig groen en heuvelachtig landschap met typisch Marokkaanse dorpjes. Gele bloemen, net als aan de Spaanse zijde kleuren het landschap. Een prachtig verschijnsel zijn de wolken die door de harde wind over de hoge rotsen worden geblazen en bij het dalen worden opgelost door de warmte. Ademloos kijken we toe. We gaan al slingerend naar Chefchaouen en lopen bij de ondergaande zon dit bijzondere blauwe dorp in. Blauw vanwege een traditie van de vroegere Joodse bevolking. De kleur blauw staat in het jodendom voor bescherming en werd zo mooi gevonden dat iedereen zijn huis ging schilderen. We vinden het prachtig en sluiten de dag af in een typisch Marokkaans mannen café (je ziet hier echt geen vrouwen) waar we koffie, Marokkaanse thee en een soort van oliebollen eten op een plek waar de dagelijkse markt tot een einde komt. 

Dag 6 Eifel met moskee: We verlaten het prachtige stadje Chefchaouen en trekken al snel het Rif Gebergte in. Ik heb geen idee wat ik moet verwachten, maar wat ik aantref is prachtig! Het is werkelijk waar de graanschuur van Marokko. Groen welvend graan tot zover je ogen kunnen kijken. Door de harde wind vandaag wuiven de korenaren dat het een lieve lust is. Prachtig om naar te kijken en doorheen te rijden. De harde wind waait af en toe zo hard  de kier van je helm in dat je de adem ontnomen wordt.

Vanuit de groene velden rijden we door prachtige pijnboom wouden. De heerlijke geur van de naalden dringt diep onze neusgaten in.  We slingeren tijden door deze mooie wouden. Soms denk je dat je in Frankrijk, Spanje of Portugal aan het rijden bent, heel bizar. Op de velden groeit het koolzaad dat het een lieve lust is en de geur van deze bloemen is staat voor mij gelijk aan voorjaar in de Eifel (hoef ik aan die-hard motorrijders niet uit te leggen).  Ik denk soms elk moment om de hoek een dorpje aan te treffen met een restaurant waar je schnitzels kunt kopen. Maar nee, dorpjes met een moskee verraden toch echt iets anders. En anders helpen de gaten in het wegdek ons herinneren.  Als we de laatste hoge bergtop over zijn ligt Fes op ons te wachten. Vanuit het grote niets ligt er opeens een mega stad op je te wachten (Fes heeft 1,5 miljoen inwoners). Even later rijden we het gekkenhuis van deze grote stad en toeristentrekpleister binnen en kruisen de brommers met hotel-lokkers ons pad. 
De dag erna blijven we in Fes en rijden we een ‘rondje Fes’ van 400 kilometer. We gaan vroeg weg zodat we in de namiddag nog even de stad in kunnen. Na een klein stukje snelweg bij een graadje of 9 (brrr) slaan we af in de richting van het nationale park Jbel Tazzeka. We rijden al snel over een prachtige kleine bergweg tussen de kurkeiken. Echt prachtig. Het asfalt is niet zo van heel goede kwaliteit dus het is flink uitkijken in de bochten. Als er uitzicht is op de hogere bergen om ons heen zien we sneeuw. We weten dat we die richting opgaan. We waren van de voren gewaarschuwd op tijd te tanken aangezien we echt de bush-bush in gaan. Dat doen we graag.. En bush-bush is het. Aan de weg komt geen einde en we gaan hoger en hoger. De bomen verdwijnen en je ziet dat de elementen het landschap kaal en dor maken. Het asfalt ligt er al een tijdje en je ziet dat het geen zin heeft het te vernieuwen. De winter maakt er korte metten mee. We rijden dus om de gaten heen en genieten volop van dit semi-offroad rijden. Aantal tegenliggers onderweg? Welgeteld 1..in 2,5 uur… Stijgen en stijgen. En stijgen. We komen uiteindelijk ruim boven de 2000 meter en de huizen van de bewoners zijn van klei en hout. Wat een ongelooflijk primitief leven hebben deze mensen toch. Na het stijgen dalen we weer naar beneden en het wordt warmer en warmer. We komen uiteindelijk in het dal en tanken onze motoren af (de dorstige KTM moest onderweg even ‘primitief’ worden bijgetankt bij de lokale gas-boer). We rijden via de snelweg terug en tikken 400 kilometers af. We douchen even snel en stappen in de taxi naar het centrum van Fes. Ik moet zeggen een minder gekkenhuis dan Marrakech. We bezoeken de beroemde leerlooierijen en we slenteren heerlijk door het centrum en bezoeken diverse winkeltjes en op een dakterras genieten we van een prachtig overzicht van de stad bij de mooie middagzon. We verheugen ons op de dag van morgen waarin we nog dieper Marokko zullen inzakken.

 

Dag 8 ,9 en 10: Canyons zonder waarschuwing.

We verlaten het hectische Fes en gaan zuidwaarts in de richting van Ifrane. We rijden al snel het Foret de Cedres (bos van de ceders) in. Dit park ligt op bijna 2000 meter en staat vol met enorme cederbomen. De geur van de naalden dringt diep onze helmen binnen. We rijden door een landschap van valleien, dan weer door ceder bossen waarna de weg weer een prachtig open vlakte doorkruist. De rotspartijen staan hoe dan ook weer hoog boven ons uit te torenen en we rijden veel onverhard. Apen kruisen ons pad.. op de snelle piste geef ik de Africa Twin even lekker de sporen en sta te dansen op de steps. Heerlijk om de diepe gaten en keien heen. Ik mis een flinke kei en ik vermoed dat ik lek gereden ben. De eerstvolgende bocht geef definitief uitsluitsel…elk foutje wordt hier wel afgestraft….dat wordt plakken…. Ik rij nog even door naar een schaduwplek en even later stoppen er collega motorrijders en samen klaren we dit klusje. Ook gaaf aan motorrijden…altijd zijn mensen bereid je te helpen. Gaaf! 

We dalen af en rijden door een prachtige vallei. We slaan ons kamp op bij een prachtig stuwmeer en genieten onder het genot van een koud biertje van de heerlijk ondergaande zon. Vanuit de Sources de l’Oum-er-Rbia rijden we een lange rit van ruim 400 kilometer en rijden via een mooie vallei richting de Hoge Atlas. Elke keer als ik in dit gebergte kom word ik verrast door de schoonheid, ruigheid en imposant-heid van deze bergrug. We gaan uiteindelijk over 3000 meter. In de aanloop gaan we door tal van canyons die de vergelijking met de Grand Canyon aankunnen. De grootsheid van de gesteentes en de diepte van de kloven is immens. Je kunt op de foto nauwelijks laten zien welke enorme diepte hier speelt. Als je aan de rand staat (in tegenstelling tot de parken in de VS staat hier geen enkel waarschuwingsbordje ;>)) is de diepte duizelingwekkend. Adembenemend. Ook heeft de Hoge Altlas een donkere zijde. De mensen die er leven zijn echt straatarm. Kinderen lopen in vieze vodden over straat en bedelen om alles wat los en vast staat. Eigenlijk kansloos vanaf de start. Ik kan me voorstellen dat als ze de rijke westerlingen zien met al hun mooie spullen en geld dat ze de oversteek naar een beter leven erop wagen. Misschien dat we alle mensen die zo hard tegen ‘gelukzoekers’ ageren een weekje tussen deze mensen moeten laten leven. Wij zelf checken in ons hotel in en naar wederom een geweldige maaltijd dromen we over canyons die hun weerga niet kennen.

Dag 11 en 12 : Flat tire-blues.

 We vertrekken uit de Gorges du Todra in de richting van de woestijn. We verlaten Tinghir en gaan al snel de middle of nowhere in. Een waanzinnige rit door een ‘John Wayne’ achtig landschap volgt. We stijgen en stijgen en de rotsen worden zwarter en zwarter. Een vulkanisch landschap met de temperatuur van de woestijn. Je voelt echt dat je dichter bij de woestijn komt. De temperatuur loopt al snel op naar een graadje of 36. De weg slingert zich door dit onwerkelijke landschap. Het lijkt net of Johan Wayne elk moment de hoek om komt zetten. Links en rechts torenen de rotsformaties boven ons uit, we voelen ons klein. We gaan verder via het asfalt naar Merzouga, waar we erachter komen dat onze motorfietsen alleen geschikt zijn om wat foto’s in de zandduinen te maken. We laten ons daarna het bier goed smaken in een waanzinnig zwoele lenteavond.

De volgende ochtend rijden we in de richting van Erfoud. Je kunt zien dat deze omgeving een walhalla is voor de motorsport minded mensen. Werkelijk overal zie je grote groepen met 4×4 auto’s, quads en motoren. Ik krijg er steeds een minder gevoel over. Gelukkig is  Gerjan Leppink een mooie uitzondering. Als er één iemand is die toeristische oorden haat, dan is hij het wel. Gerjan is een meester in het vinden van on-ontdekte paadjes. Prachtig te zien hoe hij met zijn levendige charme contact maakt met de plaatselijke bevolking, hen informatie vraagt en aan de hand van kaarten ‘en doen horen zeggen’ routes in elkaar frutselt.

Een mooi voorbeeld is de etappe van vandaag. Een etappe niet voor iedereen, in de middle of nowhere. De GPS-route wil niet opstarten. Gerjan legt de route uit: je rijdt na de beschoeiing rechts het pad op. Links ligt de vallei met asfalt, rechts daarvan ligt een doorgang op de berg. Daar gaan we naar toe. Boven aangekomen gaan we naar links en rijden in de richting van de platte berg. Hou deze altijd in het vizier. Raakt je ‘m uit het oog dan kun je echt zwaar in de problemen komen. Voor de platte berg gaan we naar links en rijden om de duin heen naar het asfalt.

Tja, en dan ben je dus 2 uur verder….waanzinnige rit door de woestijn. Dakar!
Dit wordt ook een beetje een bijltjesdag. In de woestijn rijd ik weer lek. Plakken bij een graadje of 35. En een uur kwijt. Ik rijd die dag nog twee keer lek, mede door te rijden met de geplakte banden. We komen hierdoor in het donker te rijden en gelukkig heeft Gerjan veel terreinkennis om uit de vallei te komen (ik had anders een slaapplek gezocht in een dorpje of langs de weg). Hoop geleerd onderweg. Ik had beter materiaal (betere stenen band en betere binnenbanden) moeten meenemen. De laatste passage aan het einde van de dag is er een van ongehoorde schoonheid. Mede door het prachtige avondzonnetje rijden we door een sprookjesachtig landschap met gele bloemen, blauwe luchten met wolken en een landschap om te zoenen. Mijn fotograven hart bloedt, we moeten namelijk doorrijden want de nacht slokt ons bijna op. De laatste twee uur onverhard rijden we in het donker, beetje heroïsch. Uiteindelijk bereiken we het asfalt en rijden het laatste uur over een normale weg richting Midelt waar we ons verhaal vertellen aan de rest van de groep onder het genot van een halve kip, frites en een koude pint. 

Dag 13 en 14 : Cannonballrun.

We verlaten al snel de hoofd route die de meeste mensen naar Fes nemen en rijden de oude weg naar Fes. Een prachtige eenzame weg door niemandsland. Een kaarsrechte weg door desolaat landschap. Soms denk ik echt in de VS te rijden, maar niets is minder waar. We slaan al snel af, we stijgen en stijgen en zitten al snel weer op ruim 2000 meter.  Onderweg stoppen we bij een prachtige waterval. Ongehoord mooi en geen buitenlandse toerist te ontdekken. In Fes nemen we afscheid van twee reisgenoten en wij gaan de laatste Marokko-etappe rijden in de richting van de boot in Tanger. Vierhonderd kilometer fun.. Een stuk van 80km is een waar gekkenhuis. Gerjan vindt het allemaal prachtig en lacht zich helemaal slap. Vanuit een rij-instructeur perspectief ben ik blij dat ik heelhuids bij de volgende pomp sta. Waar ons schaamteloos 10 kg hash wordt aangeboden. We slaan vriendelijk af met de opmerking dat we al 10 kg hebben…;>))  We rijden na deze gekte het laatste stuk naar de Middellandse zee naar het Pointe des Pêcheurs. We eten in El-Jebna onze buik compleet vol met de lekkerste sardines op aarde (met een beetje zeezout op de grill) en genieten van het waanzinnige uitzicht op de mediteranée.  We krijgen een prachtig ‘dessert’ in de vorm van een 150 kilometer lange racebaan naar Tetouan. We genieten van de laatste meters Marokko. De vergelijking met highway nr 1 van LA naar San Francisco kan deze weg met gemak aan. Wat een land, wat een variatie! We steken met de boot over naar Spanje en krijg ik nog een keer een lekke band,  Ik fluit een liedje terwijl ik de band het laatste zetje over de rand laat glijden (tip van Gerjan: ‘ sing a song’…en wacht….) en denk met een glimlach terug aan dit prachtige avontuur. Marokko, tot de volgende keer!

 

 

Meer weten over onze evenementen?

Neem dan contact op met Gerjan.

Stuur Gerjan een bericht

Of bel voor meer informatie
+31 (0)6 51 31 01 38